rvw-logo
RVW Advies

Aflossing vennootschapslening aftrekbaar bij DGA - 20 januari 2014

Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die een lening van zijn bv aflost, mag dit als resultaatsinkomen aftrekken op het resultaat uit overige werkzaamheden. Een vordering waarvan direct duidelijk is dat deze niet kan worden afgelost, mag daarentegen niet in mindering worden gebracht op zijn belastbare inkomen.

In december 2004 verstrekte een bank een lening en een rekeningcourantkrediet aan een BV. De bank bedong hierbij zekerheid in de vorm van een hypotheek op het woonhuis van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Nadat de BV niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen besloot de DGA in 2007 het restant van de lening en de r/c-vordering af te lossen. De DGA wenste deze aflossing vervolgens af te boeken in zijn resultaatsinkomen over 2007. De inspecteur was het hier niet mee eens en betoogde dat de lening een onzakelijk karakter had verkregen. Het was immers, aldus de inspecteur, direct duidelijk dat de vennootschap het ontvangen krediet in de toekomst niet terug zou kunnen betalen. Het feit dat de DGA en niet de bv zekerheid verstrekte, ondersteunt dit betoog.

Partijen waren het erover eens dat op het moment van het sluiten van de overeenkomst sprake was van een zakelijke overeenkomst. Hof Leeuwarden onderkende deze overeenstemming door te stellen dat de overeenkomst tussen belanghebbende en de bank – een onafhankelijke derde – destijds niet onzakelijk was aangegaan. Op basis hiervan concludeerde het hof dat de aflossing door de DGA als storting in zijn werkzaamheidsvermogen moet worden aangemerkt. Hierdoor mocht hij de storting en rente volledig ten laste van zijn resultaat uit overige werkzaamheden brengen.

Hof Leeuwarden 8 januari 2014

Bron: Taxence, 14 januari 2014

Deel dit artikel