rvw-logo
RVW Advies

Volledige teruggaaf van btw-correctie auto van de zaak toch vaak stap te ver - 29 augustus 2012

Bij het berekenen van de
btw-correctie wegens privégebruik van de auto van de zaak moet de
Belastingdienst onzuinige auto’s hetzelfde behandelen als zuinige auto’s. Maar
volgens Rechtbank Breda (uitspraak 15 juni 2012 die op 10 augustus 2012 is
gepubliceerd) geeft dat ondernemers niet het recht over hun aangiftetijdvakken
vóór 1 juli 2011 de 0%-correctie voor elektrische auto’s toe te passen op auto’s
met verbrandingsmotors.

Sinds Rechtbank
Haarlem
 heeft geoordeeld dat een btw-correctie wegens privégebruik
van de auto van de zaak los moet staan van de CO2-uitstoot, zijn nogal wat
ondernemers in bezwaar gegaan tegen de btw-correcties van vóór 1 juli 2011. De
uitspraak van het Hof van
Justitie van de EU
 heeft daar alleen maar aan bijgedragen. Op basis
van het gelijkheidsbeginsel voor de btw zou een ondernemer bij de berekening van
de btw-correctie over een belastingtijdvak vóór 1 juli 2011 de meest gunstige
correctie mogen toepassen.

In een zaak over een
naheffingsaanslag omzetbelasting over de maanden januari 2010 tot en met
november 2010 nam de belanghebbende, een bv, het standpunt in dat zij een
btw-correctie mocht toepassen van 12% x 0% x de cataloguswaarde van de
desbetreffende auto’s. Deze btw-correctie gold namelijk voor elektrische auto’s.
Maar de rechtbank wees dit standpunt af. De rechter vond het gebruik van auto’s
met een verbrandingsmotor onvoldoende vergelijkbaar met het gebruik van auto’s
met een elektrische motor om dezelfde correctie te mogen toepassen. De rechtbank
stond wel toe dat de bv de btw-correctie berekende aan de hand van het
percentage voor zeer zuinige auto’s: 12% x 14% x de cataloguswaarde van de
auto’s.

Bron: Taxence, 14 augustus 2012

Deel dit artikel